Tegendraads

In de volksmond is het verschil tussen een schroef en een bout simpel. Een schroef loopt taps toe en eindigt in een scherpe punt, terwijl een bout recht is, en een plat uiteinde heeft. Fout! Ook een schroef kan een gelijkblijvende diameter hebben, net zoals een bout.

In werkelijkheid zit het enige verschil bij deze twee koninginnen van de verbindingstechniek ’m in het type kop: steek je er iets in, of doe je er iets omheen? Bij bouten werk je met het uitwendige deel van de kop. Die is meestal zeskantig, en je gebruikt een sleutel of een dop om een moer vast te zetten. Bij een schroef werk je met het inwendige deel van de kop. Daarin zit een uitsparing in de vorm van een zaagsnede, een kruiskop of een binnenzeskant, en je steekt er een schroevendraaier in. De zogeheten inbusbout  is daarom geen bout maar een heuse schroef, te weten: een cilinderkopschroef met binnenzeskant.

Zodoende draai ik regelmatig een moer op een schroef, en draaien timmerlieden vaak genoeg bouten in hout. 

 

Schroeven waren vroeger veelal de norm: de bolkop-, de platverzonken en de lenskopschroef werden veel toegepast. De schroeven waren meestal voorzien van een eenvoudige zaagsnede. In het wachthuisje zijn we al diverse soorten schroeven tegengekomen: een aantal bolkopschroefjes 3/16, platverzonken schroeven ¼ voor de glaskaders en 5/8 platverzonken schroeven voor de bevestiging van het UNP op de betonvoet.

Alleen voor de aansluitingen van de kolommen op het UNP en de liggers zijn bouten 5/8. toegepast. Gezien de constructie is dat een logische keuze: met een ring- of steeksleutel kun je immers veel meer kracht zetten dan met een schroevendraaier.

Al met al is het een harmonieuze samenhang van verbindingen. Bij de restauratie zullen we uitsluitend schroeven met zaagsnede toepassen. Het is toch een beetje vloeken in de kerk wanneer we ineens ergens een kruiskop of binnenzeskant zouden gebruiken, zelfs als ze aan het zicht zijn onttrokken. Het zijn immers altijd de details die het hem doen!

draadmeter.jpg

Wat verder typerend is voor de schroeven en moeren van het Wachthuisje, is het gebruikte soort draad. De draad heeft een spoed, dit is de rechtlijnige afstand tussen twee overeenkomstige punten van dezelfde schroeflijn; het is de verplaatsing langs de as per omwenteling.

In Nederland kennen we sinds de Napoleontische tijd het metrische systeem. Ook de aanduiding van schroefdraad werkt volgens deze maat: we geven de nominale diameter van schroeven en bouten weer in millimeters. Bij een M8 schroef is de buitendiameter waarin een draad gesneden is, 8 millimeter.

Maar de  invoering van het metrisch stelsel op het Europese vasteland ging niet zonder slag of stoot. In het Verenigd Koninkrijk werd het metrisch stelsel niet ingevoerd. En aangezien Engeland leidend was in de Industriële Revolutie, bleef hun maatvoering lange tijd maatgevend en werkten ook onze voorouders nog lang met Engelse draad. Bij Engelse draad wordt de nominale diameter aangegeven in inches en aangeduid met Whitworth. En – kan het tegendraadser? – metrische draad komt niet overeen met Withworth. Wanneer we in restauratiewerk schroeven moeten vervangen zullen we naar de Engels maten moeten grijpen. Gelukkig zijn deze schroeven nog steeds verkrijgbaar, beter duur dan niet te koop zal ik maar zeggen.

Ik geniet van deze schroefverbindingen: ze zijn verfijnd, eenvoudig, ingetogen en sterk. Geen storende boutkoppen, maar alles verzonken in het materiaal en toch demontabel. De bolkop is een prettige uitzondering, deze steekt fier boven het materiaal uit en doet denken aan een klinknagel met een zaagsnede. Met het restaureren doen we ons voordeel met deze simpele verbindingstechniek: alles kan uit elkaar, en later weer in elkaar. 

lvpgeschroefd.JPG

de charme van een schroefverbinding (met zaagsnede)

Het laatste blog van dit jaar, we gaan er even tussenuit en zijn over twee weken, in week twee weer terug. Een mooie kerst, een goed uiteinde en een voorspoedig 2014 toegewenst.

Graag tot volgend jaar!

Knipsel schroeven en bouten.PNG
Lilian Fopma